Gesamt: €0,00
Ervaart u problemen met uw apparaten of voertuigen die mogelijk te wijten zijn aan een accuprobleem? Door een accu te testen met een multimeter kunt u de conditie ervan nauwkeurig diagnosticeren. Met de juiste hulpmiddelen en kennis kunt u eenvoudig vaststellen of een accu nog volledig functioneel is of aan vervanging toe is.
In dit artikel leggen we u stap voor stap uit hoe u een accu kunt testen met een multimeter. Zo controleert u verschillende accutypen en zorgt u ervoor dat uw apparaten en voertuigen soepel werken.
Meer informatie:
Voordat u begint met testen, is het belangrijk om de basisprincipes van een multimeter te begrijpen. Een multimeter is een veelzijdig instrument dat spanning, stroomsterkte en weerstand meet. Hij bestaat uit verschillende schalen en instellingen waarmee u de juiste modus voor de betreffende taak kunt selecteren. Bij het testen van een batterij is de spanningsinstelling het belangrijkst.
Om een batterij met een multimeter te testen, hebt u de volgende apparatuur nodig:
Draag om veiligheidsredenen altijd een veiligheidsbril en handschoenen bij het hanteren van accu's. Zorg er ook voor dat de werkruimte goed geventileerd is om het risico op blootstelling aan schadelijke dampen te minimaliseren.
Zet de multimeter aan en stel hem in op de DC-spanning. Voor de meeste autoaccu's is dit 12 volt of hoger. Voor kleinere accu's, zoals die in draagbare apparaten, kan de spanning lager zijn, meestal 1,5 tot 9 volt.
Identificeer de positieve (+) en negatieve (-) pool van de batterij. In de meeste gevallen is de positieve pool gemarkeerd met een plusteken of rood gekleurd, terwijl de negatieve pool gemarkeerd is met een minteken of zwart gekleurd is.
Stel de multimeter in op het juiste spanningsbereik en plaats de rode testpen op de positieve pool van de batterij en de zwarte testpen op de negatieve pool. Noteer de spanningswaarde die op de multimeter wordt weergegeven.
Stap 1: Koppel de batterij los van het circuit om veilige testomstandigheden te garanderen.
Stap 2: Draai de multimeter om de DC-stroommeetmodus te selecteren en stel het juiste stroombereik in. Als het batterijlabel bijvoorbeeld 100 mAh aangeeft, stel de multimeter dan in op 200 mA.
Stap 3: Sluit de rode sonde aan op de VΩmA-aansluiting van de multimeter en de zwarte sonde op de COM-aansluiting.
Stap 4: Sluit de multimeterkabels aan op de accupolen, waarbij de rode testpen is aangesloten op de positieve pool van de accu en de zwarte testpen op de negatieve pool.
Stap 5: Voer een meting uit met de multimeter.
Vergelijk de waarde met de ampèrewaarde die op het batterijlabel staat. Als de multimeterwaarde dicht bij de opgegeven waarde ligt (bijvoorbeeld: een 100 mAh-batterij geeft 98,5 mA aan), werkt de batterij naar behoren.
Autoaccu's zijn essentiële onderdelen die regelmatig gecontroleerd moeten worden. Let op deze tekenen om te bepalen of een autoaccu defect is:
Om de conditie van een autoaccu met een multimeter te beoordelen, moet u ervoor zorgen dat de accu een spanning van minimaal 12,6 V heeft wanneer deze volledig is opgeladen. Bovendien moet de spanning tussen 13,7 en 14,7 V liggen wanneer de motor draait.
Stap 1: Zoek de accu in het voertuig en controleer de accupolen.
Stap 2: Zet de koplampen 2 tot 3 minuten aan om eventuele oppervlaktelading van de accu te verwijderen en zet ze daarna uit.
Stap 3: Stel de multimeter in om gelijkspanning te meten en selecteer het bereik 15-20 V.
Stap 4: Sluit de rode sonde aan op de VΩmA-aansluiting en de zwarte sonde op de COM-aansluiting.
Stap 5: Sluit de multimeterkabels aan op de batterijpolen en zorg ervoor dat de polariteit correct is.
Stap 6: Meet de waarde. Een waarde tussen 12,2 V en 12,6 V bij uitgeschakeld voertuig duidt op een goed opgeladen accu. Een daling onder 12,2 V wijst op een mogelijke verzwakking, terwijl een spanningsdaling onder 10 V onder belasting aangeeft dat de accu moet worden opgeladen of vervangen.
Stap 1: Sluit de multimeterkabels aan op de accupolen van de auto.
Stap 2: Stel de multimeter in op 15-20 V (DC) en zet het contact van het voertuig aan terwijl de motor draait.
Stap 3: Let op de initiële spanningsval en de daaropvolgende waarden op de multimeter. Een stabiele waarde boven de 12 V wijst op een gezonde accu, terwijl waarden onder de 10 V wijzen op een mogelijk defect. Bij waarden onder de 5 V moet de accu onmiddellijk worden vervangen.
Stap 1: Stel de multimeter in om de gelijkspanning te meten en selecteer een bereik dat boven de nominale spanning van de batterij ligt.
Stap 2: Sluit de meetpennen van de multimeter aan op de batterij en zorg ervoor dat de polariteit correct is.
Stap 3: Lees de spanning af die op de multimeter wordt weergegeven. Een waarde die dicht bij de nominale spanning ligt, duidt op een goede batterij, terwijl een aanzienlijk lagere waarde kan wijzen op een ontladen of lege batterij die moet worden vervangen.
Stap 1: Stel de multimeter in om de gelijkspanning te meten.
Stap 2: Sluit de meetpennen van de multimeter aan op de positieve en negatieve aansluitingen van de lithium-ionbatterij.
Stap 3: Controleer de spanning. Een volledig opgeladen batterij hoort ongeveer 4,2 V te zijn. Een aanzienlijk lagere waarde kan wijzen op een ontladen of beschadigde batterij.
Stap 4: Om de interne weerstand te meten, stelt u de multimeter in op weerstandsmeting en raakt u de testpennen aan op de batterijpolen. Let daarbij op de juiste polariteit. De meetwaarde moet binnen een bereik van enkele ohms liggen.
Nadat u de batterijtest hebt voltooid, koppelt u de multimeterprobes in de juiste volgorde los van de batterijpolen: eerst de zwarte (negatieve) probe en vervolgens de rode (positieve). Door deze stappen te volgen, kunt u de conditie van verschillende batterijen betrouwbaar beoordelen en ervoor zorgen dat ze uw apparaten en systemen betrouwbaar van stroom voorzien. Raadpleeg altijd de specificaties van de fabrikant om de specifieke vereisten en beperkingen van de batterijen te begrijpen.